De heilige broeder André. ( 1845 / 1937)

 

Broeder André, Alfred Besette, is op 9 augustus 1845 geboren in een klein dorpje ten oosten van Montréal Canada.  Al vanaf zijn geboorte kampt Alfred met een zeer zwakke gezondheid een ziekte welke hem zijn gehele leven zal blijven achtervolgen.  Enkele jaren na zijn geboorte verhuist het gezin Besette, dat tien kinderen telt, naar Farnham.  Er is geen weelde in het gezin, de kinderen dienen al op jonge leeftijd mee aan te pakken en schraalhans is er dikwijls kok.  Maar er is liefde en Godsvertrouwen die het gemis van aardse rijkdom vergoeden.  De ouders spreken veel over god en leren hun kroost tot hem te bidden.  Elke avond wordt het rozenhoedje gebeden en wordt St. Jozef aangeroepen als patroon en voorbeeld voor de arbeiders.  Zo ontstaat in de knaap een groeiende sympathie tegenover de man, door God verkozen om zijn eigen Zoon en diens maagdelijke Moeder tot steun te zijn. 

 

Na de leerschool van de armoede komt die van het lijden.  Een werkongeval ontrukt vader Besette aan de liefde van vrouw en kinderen.  Alfred is dan zes jaar oud.  Nog eens zes jaar later, Alfred is dan twaalf, verlaat ook moeder het aardse leven.  De kinderen verstoken van moeders liefderijke zorgen worden opgenomen door een oom en tante en verhuizen naar Nadeau.

 

De jonge Alfred, nog altijd zwak van gezondheid, pakt alles aan wat zich voordoet : hulpje bij een schoenmaker, een bakker.  Hij wordt ook hoeveknecht en smidsjongen.  Op twintigjarige leeftijd vertrekt hij naar de Verenigde Staten om er te gaan werken in de industrie.  Maar dit werk is ook te zwaar voor hem gezien zijn gezondheid en hij keert dan ook na drie jaar reeds terug naar Canada.  In de herfst van 1870 gaat Alfred na voorspraak van bisschop Bourget aankloppen aan de noviciaatsport van de school voor kloosterlingen van het Heilige Kruis.  De 28e december1881 mag de postulant, ondanks zijn herhaaldelijk ziekvallen, zijn kloostergelofte uitspreken.  Alfred Besette wordt broeder André. 

 

Lang heeft broeder André gezocht op welke wijze hij zou kunnen bijdragen tot de glorie van St. Jozef zijn grote vriend, tot wie hij zo vaak heeft gebeden.  Één gedachte schiet aldoor vaste wortel in zijn geest: “Er staat wel een Heilig Hartkerk op de heuvel van Montmartre boven Parijs; Moeder Maria heeft wel een genadeoord uitgekozen in een hoek van de Pyreneeën.  Waarom zou St. Jozef dan de koninklijke berg, Mount Royal, niet mogen hebben”.  En het broedertje heeft zijn eigen kleine geheimpje.  Op een dag stopt hij een medaille van zijn geliefde Patriarch in de grond van de berg.  Want het rijks God is gelijk een mosterdzaadje, het kleinste zaadje wat bestaat.  Uit dit nederig zaaigoed van broeder André, met zoveel liefde en vertrouwen aan de grond toevertrouwd, zal op een mooie dag een heiligdom groeien ter ere van St. Jozef.  Op 26 juli 1896 kan eindelijk het terrein worden aangekocht.  Acht jaar later staat er het kleine Oratorium.  Hier groeide langzaam het grootste heiligdom ter wereld ter ere van de stille man uit Nazareth.  Het geheim van dit welgelukken ligt in de ziel van broeder André en in St. Jozef.

 

Grenzeloos is het vertrouwen in de tussenkomst van zijn grote vriend.  En hij wordt niet bedrogen.  St. Jozef maakt hem tot zijn “zaakgelastigde” en laat hem delen in kracht van zijn geestelijk vermogen op de Almachtige zelf.  Het is onbegonnen werk om op deze plaats de genezingen te vertellen die door broeder André bekomen zijn via St. Jozef.

 

Broeder André werd door Paus Johannes Paulus zalig verklaard op 23 mei 1982 en is op 17 oktober 2010 heilig verklaard door Paus Benedictus.  

 

 

Wilt u meer lezen over broeder André er is een boekje over zijn leven uitgegeven door het Madonnacentrum te Mortsel(Belgie) getiteld "Broeder André van de congregatie van het heilig Kruis"  Of surf naar de internetsite van Saint Joseph of Mount Royal het adres hiervan vindt u op de "andere sites" pagina.