Fatima’s grote wonder

 

3 oktober 1917 was de dag, waarop ( het door de verschijning aangekon­digde grote wonder te Fatima zou gebeuren. Een bittere teleurstelling voor de duizenden, die naar de Cova da Iria gingen, was dat het triest, regenachtig en koud weer was. De cova was een modderpoel geworden. De mensen werden doornat en huiverden van de kou.Niettemin waren er op het middaguur ongeveer 70.000 personen. De drie kinderen verschenen bij de boom en Lucia riep de mensen toe, hun paraplu's maar dicht te doen. Daarna baden velen in stromende regen het rozenhoedje. Lucia sprong plotseling op en riep uit: 'Daar is de lichtstraal! Zie daar komt ze! Ziet ge haar?' Ze zag, dat de dame haar voeten zette op de plaats waar de eik door enkele mensen met bloemen en zijden linten was versierd.  Het regenen hield op en de zon brak door. Degenen, die de gebeurtenissen in de Cova beschreven hebben maken melding van een witte wolk, die driemaal bij de kinderen verschijnt en zich daarna weer oplost.  Lucia en de andere kinderen vertelden later welke bijzondere verschijningen ze deze keer hebben gezien. Eerst is er het gesprek van de dame met Lucia. Op de vraag wie zij is en wat zij verlangt antwoordt de dame: 'Ik ben Onze Lieve Vrouw van de rozenkrans. Ik wil hier een kapel te mijner eer. Men moet alle dagen het rozenhoedje bidden. De oorlog zal spoedig eindigen en de soldaten zullen huiswaarts keren. Het is noodzakelijk, dat de mensen hun leven beteren en dat zij vergeving vragen voor hun zonden.'  De vrouw keek de kinderen bedroefd aan. Smekend zei ze: 'Dat zij Onze Lieve Heer toch niet meer beledigen. Hij is reeds te veel beledigd!'  Toen volgde het afscheid, dat de kinderen als zeer ontroerend hebben verhaald. Eerst zagen ze alle drie de Heilige Familie:' rechts naast de zon, maar nog schitterender Onze Lieve Vrouw van de rozenkrans in blank gewaad met blauwe mantel, links, in rode kleding, Sint Jozef en het kindje Jezus, dat de wereld zegende.  Lucia zag daarna rechts van de zon Onze Lieve Heer als volwassen man, die vol liefde de wereld zegende. Links zag ze Onze Lieve Vrouw van de Zeven Smarten. Daarna zag ze haar als Onze Lieve Vrouw van de berg Karmel met het scapulier in de hand.  Aan het eind van de verschijning zagen de kinderen Onze Lieve Vrouw de handen, die zich in de zon weerkaatsten uitstrekken. Lucia riep in vervoering: '0, ziet de  zon!'  Velen, die deze dag in de Cova da Iria waren, raakten later niet uitgepraat over de verschijning, die zij hebben gezien. Ze zeiden, een ontzagwekkend schouw­spel te hebben gezien, dat ongeveer twaalf minuten duurde.  De wolken weken uiteen en lieten een grote ruimte aan het blauw van de hemel zien. In het midden van dit grote vlak scheen de zon, maar de aanblik er van was zeer vreemd. Men kon er naar kijken zonder  verblind te worden.  Plotseling begon de zon te bewegen, te trillen en te schokken. Als een vuur­werkrad draaide ze in grote snelheid om haar as.  Ze wierp in alle richtingen luchtbundels uit, die allerlei kleuren waaronder groen, rood en paars ‑hadden. Die kleuren weerkaatsten op de wolken, maar ook op de aarde, de bomen, de bergen, de rotsen en op de gezichten en kleren van de mensen.  Na enkele minuten bleef de zon stilstaan. Daarna begon ze opnieuw te draaien en men zag hetzelfde schouwspel. De derde keer na weer een korte rust overtrof in schoonheid en indrukwekkendheid volgens de mensen die het zagen de beide vorige keren.  Daarna maakte de zon een duizelingwekkende val. Dit werd uitgelegd als een teken van toenadering van alle zielen tot God door een daad van oprecht berouw en liefde. De zigzag naar de aarde stortende zon maakte degenen, die het zagen radeloos van angst, want ze vreesden dat het einde van de wereld, dat in het evangelie wordt voorspeld, op dit ogenblik gekomen was. Men wierp zich op de knieën, beleed zijn geloof en riep om vergiffenis. Allerlei kreten klonken door elkaar: 'Ik geloof in God, de almachtige Vader! Wees gegroet, Maria! 0, God wees ons, zondaren, genadig!'  Velen vielen op de knieën op de modderige bodem. Ze baden en huilden en hieven de handen vertwijfeld omhoog.  Toen stuitte de zon plotseling in haar vaart en klom weer zigzag omhoog naar haar plaats. Daar kreeg ze weer haar normale glans aan een heldere hemel.  Marques da Cruz heeft een onderzoek ingesteld bij de mensen, die dit alles doorleefden. Ze zeiden, dat, hoewel de grond nat en drassig was, hun kleren volkomen droog waren gebleven en dat ze geen koude hadden gevoeld.  Dit was dus het wonder, dat de verschijning van Maria bij de kinderen had aangekondigd. De Portugese dichter Alfonso Lopes getuigde, dat hij het op een afstand van zestien kilometer van Fatima heeft gezien, terwijl hij nergens op verdacht was. Er kwamen ook meldingen van veertig kilometer afstand.  Elders zag men inmiddels de zon zoals zij was. Geen enkele sterrenwacht heeft iets bijzonders geregistreerd.  Dit laatste wordt ook door de bisschop van Leiria Fatima in zijn herderlijke brief van 13 oktober 1930, waarin hij de verschijningen van Fatima bevestigt en de eredienst van Onze Lieve Vrouw van Fatima goedkeurt, genoemd. 'Het wonder ligt dus niet in de lijn der natuurwetten,' zo constateert hij. 'Het is door personen van iedere rang en stand met eigen ogen aanschouwd... zelfs door personen, die zich op kilometers afstand bevonden, zodat elke verklaring door collectieve gezichtsbegoocheling uitgesloten is.'  Avelino d'Almeida, directeur van het dagblad'O Seculo', die op de dag van de verschijningen aanwezig was, schreef o.a. dat 'de geleerden van de hoge zetel van hun oordeelkundigheid ons van die dodendans der zon geen verklaring geven; van die dodendans, die heden te Fatima de 'hosannahs' deed opwellen uit de harten van de gelovigen, maar die tegelijk volgens het getuigenis van geloofwaardige aanwezigen diepe indruk teweegbracht bij vrijdenkers zowel als bij andere personen zonder godsdienstige overtuiging, die waren samenge­stroomd op die van nu af beroemde heide.',  Nadien heeft Avelino d'Almeida nog verschillende getuigenissen beschreven, ook over latere verschijnselen. Zijn zuster vertelde: 'Ik was niet de enige, die de wonderen waarnam: heel de menigte heeft ze gezien. Na dat grote wonder zag ik op 13 mei 19 18 nog eens iets als witte balletjes uit de hemel vallen. Op een andere dertiende mei zag ik vele rozenblaadjes uit de hemel neerdalen. In grote getale vielen zij vanuit de zon. Hoog in de lucht waren ze groot, maar naarmate ze dichterbij kwamen werden ze kleiner en verdwenen ze.'  Dr. Ameida Garréte, hoogleraar aan de universiteit van Coimbra, beschrijft het zonnewonder en voegt daar aan toe: 'Al deze verschijnselen heb ik waargeno­men, nuchter, kalm en helder van geest. Aan anderen laat ik het over ze te verklaren of uit te leggen.'  Onder de vooraanstaande schrijvers, kunstenaars en geleerden, die naar de Cova da Iria waren gekomen, bevonden zich meerdere onkerkelijken.  Eén van heh, Marquez da Cruz, schreef: 'Meerdere geleerden, die dit schouw­spel hadden bijgewoond, verklaarden ronduit: Ik heb het gezien, maar ik kan het niet verklaren!'  J. Castelbranco C.S.Sp. gaf daarop het volgende commentaar: 'Is het niet irriterend, geleerden te horen verklaren, zelfs nadat de gebeurtenissen zich volkomen volgens de voorspellingen voltrokken hebben, dat zij de oorzaak ervan absoluut niet kennen, terwijl drie herdertjes van 9 en 7 jaar al reeds maanden tevoren wisten en met absolute zekerheid voorspelden, dat 's middags Op 13 oktober een groot wonder zou plaats hebben in de Cova da Iria, opdat iedereen zou geloven aan de verschijningen?'

 

(Zuster Lucia in gesprek met Paus JohannesPaulus II)

 

 

Vorige

 

Copyright © 2001 teleb